Rond 1900 kwam het Westen economisch weer tot bloei na de grote recessie van 1876 en hervond daarmee zijn geloof in de toekomst. Met de auto en de elektriciteit aan de basis van de tweede industriële revolutie waren de beginjaren van de 20e eeuw een periode van optimisme en vertrouwen. De mensheid kreeg zelfs letterlijk vleugels met de opkomst van de luchtvaart en de radio wist zijn weg te vinden naar vele huiskamers. Einstein deed de natuurkunde op zijn grondvesten schudden met zijn relativiteitstheorie en Freud ging met behulp van de psychoanalyse op zoek naar het onbewuste. Modern huishoudelijk gemak voerde deze periode de boventoon met de uitvinding van apparaten als de koelkast, de stofzuiger en het broodrooster en met de opkomst van de supermarkt. In de geneeskunde werd bovendien steeds meer geleerd over het functioneren van het menselijk lichaam door de ontdekking van bijvoorbeeld allergieën, hormonen en genen. Maar al deze ontwikkelingen werden volledig overschaduwd door de Eerste Wereldoorlog, die door zijn ongekende omvang de ontwikkeling stimuleerde van twee bijzonder geduchte uitvindingen: de tank en mosterdgas.

Bron: achterflap ( )