HjemGrupperSnakMereZeitgeist
Søg På Websted
På dette site bruger vi cookies til at levere vores ydelser, forbedre performance, til analyseformål, og (hvis brugeren ikke er logget ind) til reklamer. Ved at bruge LibraryThing anerkender du at have læst og forstået vores vilkår og betingelser inklusive vores politik for håndtering af brugeroplysninger. Din brug af dette site og dets ydelser er underlagt disse vilkår og betingelser.

Resultater fra Google Bøger

Klik på en miniature for at gå til Google Books

Death in the Afternoon af Ernest Hemingway
Indlæser...

Death in the Afternoon (udgave 1996)

af Ernest Hemingway (Forfatter)

MedlemmerAnmeldelserPopularitetGennemsnitlig vurderingOmtaler
2,142267,396 (3.55)55
Klassiker fra 1932 om tyrefægtningens teknik og historie, og anekdoter om berømte tyrefægtere samt leksikonafsnit om tyrefægtningens udtryk.
Medlem:shamrick
Titel:Death in the Afternoon
Forfattere:Ernest Hemingway (Forfatter)
Info:Scribner (1996), Edition: Illustrated, 496 pages
Samlinger:Dit bibliotek
Vurdering:
Nøgleord:Ingen

Work Information

Døden kommer om eftermiddagen af Ernest Hemingway

Indlæser...

Bliv medlem af LibraryThing for at finde ud af, om du vil kunne lide denne bog.

Der er ingen diskussionstråde på Snak om denne bog.

» Se også 55 omtaler

Engelsk (20)  Hollandsk (3)  Spansk (1)  Fransk (1)  Italiensk (1)  Alle sprog (26)
Viser 1-5 af 26 (næste | vis alle)
Hemingway's description of all things related to bullfighting in Spain. Papa failed to make me appreciate the sport. ( )
  podocyte | Feb 1, 2024 |
Toen ik voor het laatst, en voor het eerst, een boek besprak van Ernest Hemingway, zag de toestand in mijn boekenkast er nog enigszins anders uit. Naast het toen besproken Mannen zonder vrouwen https://bjornroosebespreekt.blogspot.com/2020/07/mannen-zonder-vrouwen-ernest-he... bevonden zich daarin, wat Hemingway betreft, drie andere boeken (op de een week daarvóór besproken biografie https://bjornroosebespreekt.blogspot.com/2020/07/ernest-hemingway-paul-vandersch... van de hand van Paul Vanderschaeghe na), zijnde – uiteraard – De oude man en de zee, Voor wie de klok luidt en En de zon gaat op… Zo’n drie jaar later zijn daar De avonturen van Nick Adams (een bundel van oorspronkelijk los van elkaar gepubliceerde verhalen over het in de titel genoemde personage), De waarheid in het ochtendlicht, en voorliggend Dood in de namiddag bij gekomen. Geen spectaculaire vermenigvuldiging, maar toch een verdubbeling, terwijl ik niet speciaal op zoek ben gegaan naar boeken van de auteur, maar deze gewoon toevallig in mijn handen gevallen zijn.

Het spreekt voor zich dat wie niet speciaal op zoek is naar boeken van Hemingway ook niet speciaal op zoek is naar wat de man over stierenvechten geschreven heeft, zélfs al was hij (ik dus) zeer onder de indruk van het kortverhaal ter zake, De onoverwinnelijken, dat opgenomen werd in het eerder genoemde Mannen zonder vrouwen. En toch gaat ook Dood in de namiddag over stierenvechten. Niet kort, maar meer dan 320 bladzijden lang (toch in de Nederlandse vertaling die verscheen bij Uitgeverij Villa in 1983). 320 bladzijden over stierenvechten? Inderdaad, of toch bijna: Hemingway - ooit zelf stierenvechter geweest, maar naar eigen zeggen “te oud, te zwaar en te stuntelig”, met “het verkeerde figuur omdat ik op alle plaatsen waar ik slank moest zijn te dik was”, waardoor hij “in de ring (…) voor weinig meer [diende] dan als boksbal voor de stieren” - heeft een paar intermezzo’s voorzien (“Een natuurlijke historie van de doden”, bijvoorbeeld), een soort pauzes om het publiek niet te zwaar te belasten met wat op Hebban https://www.hebban.nl/boek/dood-in-de-namiddag-ernest-hemingway omschreven wordt als een “epos over de klassieke kunst van het stierevechten”. “In zijn krachtige, soms rauwe stijl, die schitterend past bij het onderwerp”, gaat de webstek “voor lezers door lezers” verder, “beschrijft Hemingway het zweet, de geluiden, de opwinding en de tragiek van het stieregevecht. Geïnspireerd door het intense leven en de onvermijdelijke dood op die hete gewelddadige middagen, bereikt hij de toppen van zijn kunnen.”

Waarmee de auteur van die tekst bewijst... de achterflap van het boek gelezen te hebben (al klopt het dat die namiddagen best heet zijn: “El sol es el mejor torero”). Op die achterflap wordt aan het einde van het hierboven weergegeven citaat nog toegevoegd “Het boek wisselt technische informatie af met prachtige literaire passie” en dat zit toch al iéts dichter tegen de waarheid, al is het nog steeds een verkoopspraatje. Eerlijker en veelzeggender zou het geweest zijn datgene op de achterflap af te drukken wat de auteur zelf in zijn Bibliografische notitie op het einde van het boek meegeeft: “Het onderhavige werk, Dood in de namiddag, is niet bedoeld als een historisch noch als een volledig werk. Het is bedoeld als een inleiding tot het moderne stierevechten in Spanje en het probeert dat spektakel zowel emotioneel als praktisch te verklaren. Het werd geschreven omdat er geen ander boek in het Spaans of in een andere taal over bestond. De schrijver vraagt de deskundige aficionados [de liefhebbers, noot van mij] om begrip voor zijn technische uitleg. Wanneer over de uitvoering van een enkele suerte al boekdelen vol controverses geschreven kunnen worden, zal de arbitraire uitlegging van één man ongetwijfeld voor velen onaanvaardbaar zijn.”

Reken dus vooral niét op passie van schrijverswege, op tragiek, op drama, zelfs niet op “rauwe stijl”. Dood in de namiddag is een, zoals Hemingway zelf wellicht gezegd zou hebben, in een “naturalistische” stijl geschreven zo niet álle dan toch zeer veel elementen omvattende inleiding tot het stierenvechten, in Spanje en daarbuiten, in het algemeen en in het bijzonder, in het verleden en in het toenmalige nu (het oorspronkelijke boek, Death in the afternoon, dateert van 1932). Zeker niet minder interessant, en – laat ons wel wezen – ook goed geschreven, maar géén roman (bij BOL.COM gaan ze zover om het een “roman over dramatische en tragedische aspecten van het stierengevecht in Spanje” te noemen). De Engelstalige Wikipedia heeft het dan ook een stuk correcter voor als het Dood in de namiddag “a non-fiction book (…) about the ceremony and traditions of Spanish bullfighting” noemt, een boek dat de lezer voorziet van “a look at the history and the Spanish traditions of bullfighting” en ook “a deeper contemplation on the nature of fear and courage” bevat, maar toch in essentie “a guide book” is.

“A guide book” dat, aldus de auteur in het eerste hoofdstuk, mogelijk volgens sommige lezers “geschreven is door iemand die hun verfijnde gevoelens (…) mist”, iets waartegen hij “alleen ter verdediging [kan] aanvoeren dat dit misschien wel zo is.” En toch, schrijft hij, “kan iedereen die dit leest alleen maar echt zo’n oordeel vellen wanneer hij – of zij – de dingen waarover gesproken wordt zelf gezien heeft en werkelijk weet hoe hijzelf erop zou reageren.” Aan het einde van het boek voegt de auteur een hoofdstuk toe met de titel Een aantal reacties van enkele mensen op het integrale, Spaanse stieregevecht om zulks te illustreren, en hij heeft daarbij zeker niet nagelaten, naast de achtergrond van de bevraagden, zowel negatieve als positieve reacties te vermelden, noch laat hij na al van bij zijn eerste woorden aan te geven dat hij daar begrip voor heeft: “Ik denk dat vanuit een modern moreel standpunt, dat wil zeggen vanuit een christelijk standpunt, het hele stieregevechten niet te verdedigen is; er komt zonder twijfel veel wreedheid aan te pas, er bestaat altijd gevaar, hetzij bewust gezocht, hetzij onvoorzien, en de dood speelt altijd een rol (…)” Meer nog, “[ik] ging naar Spanje om daar het stierevechten te zien en te proberen er voor mezelf over te schrijven” en “dacht dat het iets ongecompliceerds, barbaars en wreeds zou zijn en dat ik er niet van zou houden, maar dat ik een bepaalde afgebakende handeling te zien zou krijgen die me het besef van leven en dood zou geven waar het me om te doen was.” “Die afgebakende handeling vond ik. Maar het stieregevechten was zo verre van ongecompliceerd en ik hield er zoveel van dat het mijn toenmalige schrijfcapaciteiten ver te boven ging en, afgezien van vier heel korte schetsen, was ik vijf jaar lang niet in staat er iets over te schrijven”.

Ik zal hier niet op alle aspecten ingaan waarover Hemingway uiteindelijk wél besloot te schrijven (dan kan ik net zo goed het boek kopiëren) - en die gaan van het lot van de paarden over de typische verwondingen bij de matadores en de fysieke en psychische gedragingen van de stieren tot de eigenschappen van de banderillas en de verschillende soorten zakdoeken waarmee de voorzitter van de corrida kan zwaaien -, maar dit boek lezen moet de enigszins van verstand voorziene lezer toch voorbij de drempel van het zuiver emotionele kunnen dragen en zo ook tot bij het begrijpen van waarrond deze gevechten draaien en hoe ze functioneren. Ook toén al, negentig jaar geleden dus, stond de traditie trouwens ter discussie: “Het stieregevecht is een Spaans instituut; het heeft niet bestaan vanwege de vreemdelingen en toeristen maar altijd ondanks hen, en elke stap om het gevecht zo te veranderen dat het hun goedkeuring kan wegdragen, wat nooit zal gebeuren, is een stap naar het volledige verbod op het stierevechten.” “Het zou natuurlijk prettig zijn voor de mensen die het wel leuk vinden”, schreef Hemingway daarover, en we leven in tijden dat dat “het” zo ongeveer álles kan zijn waar niemand tot een jaar of tien geleden lastig over deed (van vlees eten tot vliegen, van met de auto naar je werk gaan tot van oordeel zijn dat er maar twee geslachten bestaan), “als zij die het niet leuk vinden, niet zouden menen dat ze ertegen ten strijde moeten trekken of dat ze geld moeten geven om te proberen het te verbieden, want dat is beledigend voor hen of dat vinden ze vervelend, maar dat zou te veel gevraagd zijn en alles wat bij mensen hartstochten-voor kan oproepen, zal zonder twijfel even sterke hartstochten-tegen oproepen.”

Bijvoorbeeld kan je de reden leren waarom de stier uiteindelijk sowieso gedood wordt (in of buiten de arena): “Als de stieren, evenals de stierenvechters, in de gelegenheid werden gesteld hun kennis te vergroten en als deze stieren, die niet tijdens de toebedeelde vijftien minuten in de ring gedood werden, niet na afloop in de kralen werden gedood maar opnieuw mochten vechten, zouden ze alle stierenvechters doden als die stierenvechters ze volgens de regels zouden bevechten. Het stierevechten stoelt op het feit dat het de eerste ontmoeting is tussen een ongetemd dier en een man te voet. Dit is de fundamentele premisse van het moderne stierevechten: dat de stier niet eerder in de ring heeft gestaan. In de begindagen van het stierevechten mochten stieren worden bevochten die eerder in de ring hebben gestaan, maar toen werden er zoveel mannen in de arena gedood dat paus Pius v op 20 november 1567 een edict uitvaardigde waarbij hij alle christelijke vorsten die in hun land stierevechten toelieten excommuniceerde en iedereen die in de ring werd gedood een christelijke begrafenis ontzegde. Ondanks het edict bleef in Spanje het stierevechten gestadig doorgaan en de Kerk stemde er alleen in toe het stierevechten te tolereren toen werd overeengekomen dat de stieren slechts één keer in de ring zouden verschijnen.” Een feit waarop Hemingway gedurende dit boek nog verschillende keren terugkomt: bij illegale gevechten of pleingevechten of het soort ‘stratenlopen’ die je in Pamplona ziet, worden er al wél eens stieren ingezet die ervaring in gevechten hebben. In provincialere arena’s gebeurde (of gebeurt?) het ook wel eens. Sommige stieren doen zelfs tijdens dat éne oefengevecht tijdens hun jeugd te veel ervaring op, andere leren nog tijdens hun (net daarom zeer krap bemeten) tijd in de arena zó snel dat ze slimmer worden dan de matador tegenover hen. Wat uiteraard moet opgeteld worden bij het feit dat die stieren ook worden gefokt, genetisch voorgeselecteerd, om echte vechtmachines te zijn. “Fortuna heeft krullend haar, brede polsen, is potig stoer, getrouwd met veel geld, vecht precies vaak genoeg om geld van zichzelf te hebben, is zo moedig als de stier zelf en een fractie minder intelligent”, schrijft Hemingway over “een andere grote doder van het type slagersjongen”, “Diego Mazquiarán ‘Fortuna’ uit Bilbao”.

Over Baskenland, Pamplona in het bijzonder, en reeds eerder gebruikte stieren gesproken en voor het geval u zich wel eens afgevraagd heeft waarom die stier er dan bepaalde mensen van tussen gaat halen: “(…) als gevolg van de mechanismen van de geestelijke ontwikkeling van een stier levert de gebruikte stier geen briljant kijkspel op. Na zijn eerste aanval of daaromtrent blijft hij doodstil staan en wil alleen nog aanvallen wanneer hij zeker weet dat hij de man of de jongen die hem met een cape uit zijn tent probeert te lokken, ook te pakken krijgt [dit terwijl het ritueel in de arena’s er op gericht is dat de stier voor het doek, de muleta gaat, en niet voor de man, noot van mij]. Wanneer er veel mensen zijn en de stier op hen afstormt, zal hij één man eruit kiezen en hem blijven achtervolgen, hoe hij ook ontwijkt, wegrent of wegdraait [dit weerom in tegenstelling tot de matador, die in principe blijft staan, noot van mij], totdat hij hem te pakken krijgt en in de lucht smijt.”

En nu we toch in Baskenland zijn: “Bilbao is een rijke, lelijke mijnstad waar het net zo warm kan worden als in St.-Louis, ongeacht of het St.-Louis in Missouri of St.-Louis in Senegal is, en waar ze gek zijn op stieren en niets moeten hebben van stierenvechters. Wanneer ze in Bilbao een stierenvechter mogen, blijven ze net zolang grotere en steeds grotere stieren kopen waartegen hij moet vechten dat het ten slotte slecht met hem afloopt, hetzij geestelijk, hetzij lichamelijk. Dan zegt zo’n enthousiasteling uit Bilbao: ‘Zie je wel, allemaal één pot nat – allemaal lafaards, allemaal bedriegers. Geef ze een paar flinke stieren en ze vallen direct door de mand.’ Als u met eigen ogen wilt zien wat voor grote stieren ze kunnen fokken, hoeveel hoorn ze op hun kop kunnen hebben, hoe ze over de barrera kunnen kijken zodat u het gevoel hebt dat ze direct bij u op schoot komen zitten, hoe bikkelhard een publiek kan zijn en hoe verschrikkelijk stierenvechters geterroriseerd kunnen worden, moet u naar Bilbao gaan.”

Ik weet niet of dat nu nog geldt – zoals al gezegd is dit boek negentig jaar oud en het uitzicht van een stad kan al eens veranderen (volgens iemand die er onlangs nog geweest is, is het tegenwoordig een zeer mooie stad, al heeft hij dan telkens met de metro gereisd en zo misschien de lelijke delen overgeslagen) -, maar laat duidelijk zijn dat Hemingway zich wat het (prachtig) beschrijven van dingen betreft niet helemaal beperkt heeft tot stieren, stierevechters en alles wat aan een gevecht voorafgaat of er zich rond afspeelt: “Aranjuez [bij de liefhebbers van klassieke muziek zeker bekend van de schitterende compositie Concierto de Aranjuez van Joaquín Rodrigo, geschreven in 1939, dus relatief kort nadat dit boek tot stand kwam, noot van mij] ligt maar zevenenveertig kilometer van Madrid, aan een biljart-gladde weg. Het is een oase van hoge bomen, rijke tuinen en een snel stromende rivier midden in een bruine vlakte met heuvels. Er zijn lanen met bomen zoals je die als achtergrond op de schilderijen van Velázquez ziet, en op de dertigste mei kun je, als je geld hebt, er met de auto heen rijden, of je kunt, als je geen geld hebt, een speciaal gereduceerd derde-klasretourtje per trein nemen of met de bus gaan (er vertrekt een speciale bus van de Calle de la Victoria, tegenover de Pasaje de Álvarez) en wanneer je dan uit de hete zon van het kale woestijnland aankomt, zie je opeens in de schaduw van de bomen meisjes met gebruinde armen met manden verse aardbeien op de gladde, kale, koele grond zitten, aardbeien die je met duim en wijsvinger kunt omspannen, vochtig en koel, op groene bladeren in tenen manden opgestapeld. Deze aardbeien en ook nog bosjes prachtige asperges, elke stengel wel zo dik als je duim, verkopen de meisjes en de oude vrouwen aan de reizigers die uit de speciale trein uit Madrid en Toledo stappen en aan de mensen die per auto of per bus in de stad aankomen. Bij stalletjes waar ze boven een houtskoolvuurtje koteletten grillen en kippen roosteren kun je iets eten en voor vijf peseta zoveel Valdepeñas-wijn drinken als je kunt verdragen. Je kunt in de schaduw liggen of een wandeling maken en de bezienswaardigheden bekijken totdat het tijd voor de stieregevechten is.” Om dan te eindigen met: “In de Bädeker staat welke bezienswaardigheden er zijn.” En Aranjuez is maar één van de plaatsen waar Hemingway ook los van het stierevechten aandacht aan besteedt.

Voor Spanjegangers misschien een reden te meer om dit boek te lezen: wat blijft er nog overeind van wat voor Hemingway typisch was of minstens de moeite van het op- en omschrijven? En geldt dat ook voor het stierenvechten (ik heb nog nooit een dergelijk gevecht gezien)?: “Als je over dit alles gaat nadenken moet je het óf vanuit het standpunt van de stierenvechter bekijken, óf vanuit dat van de toeschouwer. De oorzaak van de hele verwarring zit ‘m in de kwestie van de dood. Stierevechten is de enige kunst waarbij het leven van de kunstenaar gevaar loopt en waarbij de graad van briljantheid die tijdens het optreden bereikt wordt, afhankelijk is van het eergevoel van de stierenvechter. In Spanje is eer een heel concrete zaak. Ze noemen het pundodor en dat betekent eer, rechtschapenheid, moed, zelfrespect en trots, allemaal in één woord. Trots is de voornaamste eigenschap van het volk en het is een kwestie van pundodor om geen lafhartigheid te tonen. Wie eenmaal lafheid heeft getoond, wie dit duidelijk en onmiskenbaar heeft getoond, is zijn eer kwijt en dan geeft een stierenvechter alleen nog cynische voorstellingen waarbij hij zijn inspanningen mondjesmaat doseert en enkel gevaar voor zichzelf creëert wanneer de financiële noodzaak zich aandient om zijn aanzien te versterken en contracten binnen te krijgen.” “Hoe oneerlijk een Spanjaard ook is”, voegt Hemingway daar nog aan toe, “voor hem is eer net zo concreet als water, wijn of olijfolie. Er bestaat eer onder zakkenrollers en eer onder hoeren. Alleen de maatstaven verschillen gewoon van elkaar.”

Maatstaven waarvan Hemingway in ieder geval vaststelde dat ze op andere gebieden helaas veranderd waren: “De stier Oficial van de fokkerij van de gebroeders Arribas vocht op 5 oktober 1884 in Cádiz, greep en verwondde een banderillero, sprong over de barrera en verwondde de picador Cahto op drie plaatsen, verwondde een guardia civil, brak het been en drie ribben van een politieagent en de arm van een nachtwaker. Het zou een ideaal dier zijn geweest om los te laten wanneer de politie voor het stadhuis op demonstranten inhakt. Als ze hem niet gedood hadden, had er een hele stam politie-hatende stieren gefokt kunnen worden zodat het volk zijn doorslag tijdens straatgevechten, die het door het verdwijnen van de straatstenen is kwijtgeraakt, zou terugkrijgen. Een straatsteen is op korte afstand veel effectiever dan een wapenstok of een sabel. Het verdwijnen van kinderhoofdjes en straatstenen heeft meer mensen ervan weerhouden regeringen omver te werpen dan pistoolmitrailleurs, traangasgranaten en automatische handwapens. Want het is juist tijdens de botsingen waarin de regering haar burgers niet wil doden maar alleen neerknuppelen, tegen de grond rijden en met de platte kant van de sabel op de knieën krijgen, dat een regering omvergeworpen wordt. Elke regering die één keer te vaak pistoolmitrailleurs tegen haar burgers gebruikt, komt automatisch ten val. Regimes worden met knuppel en ploertendoder in het zadel gehouden en niet met pistroolmitrailleur of bajoner, en toen er nog straatstenen waren was de meute waar je op los timmerde altijd gewapend.” Wat van hem ook niet per se moest: “Als we ooit een tijd krijgen dat je gedurende een paar dagen iedereen die je wil mag neerschieten, zou ik, denk ik, voordat ik zou beginnen verscheidene politiemensen, Italiaanse staatslieden, overheidsfunctionarissen, rechters uit Massachusetts en een paar jeugdmakkers neer te knallen, eerst een patroonhouder erin schuiven om die twee ringknechten te grazen te nemen. Ik zal geen verdere details omtrent hun identiteit onthullen omdat dit, als ik hen ooit mocht neerknallen, het bewijs zou zijn dat ik het met voorbedachten rade gedaan heb. Maar van alle wreedheden die ik ooit gezien heb, hebben zij het leeuwedeel opgeëist.” Al ging het bij die twee dan niet om wreedheden tegenover mensen, zoals bij artsen: “De stier sterft binnen vijftien minuten nadat de man begonnen is hem te bespelen en alle verwondingen die hij oploopt, krijgt hij in het heetst van de strijd en als ze niet méér pijn doen dan de verwondingen die een man in het heetst van de strijd oploopt, kunnen ze niet erg veel pijn doen. Maar zolang van de mens aangenomen wordt dat hij een onsterfelijke ziel heeft en artsen hem in leven proberen te houden wanneer de dood het grootste geschenk lijkt te zijn dat de ene mens de andere kan geven, ziet het ernaar uit dat de paarden en de stieren er nog goed van afkomen en dat de mens het grootste risico loopt.” Ook om te herbeginnen als hij er weer door komt, zo blijkt uit het verhaal van Luis Freg: “In de eenentwintig jaar dat hij als matador gevochten heeft hebben de stieren hem tweeënzeventig keer ernstig verwond. Nog nooit is een stierenvechter zo door de stieren afgestraft als hij. Vijf keer zijn hem de laatste sacramenten toegediend omdat men ervan overtuigd was dat hij zou doodgaan. (…) De laatste keer dat hij in Barcelona opgegeven was, afschuwelijk opengereten, de wond vol etter, ijlend en op sterven naar iedereen dacht, zei hij: ‘Ik zie de dood. Ik zie hem heel duidelijk. Ai ai, wat verschrikkelijk!’ Hij zag de dood heel duidelijk, maar hij kwam niet. Hij is nu failliet en geeft zijn laatste serie afscheidsvoorstellingen. Hij was twintig jaar lang ten dode opgeschreven en de dood is hem nooit komen halen.”

Mocht u, iets minder serieus ingestelde lezer, nu echter denken dat Hemingway het de hele tijd over dat soort bloedernstige zaken heeft, dan vergist u zich. Hemingway – en ik geef toe dat dat niet een van de eigenschappen is waarom hij bekend staat – komt in dit boek een aantal keer bijzonder grappig uit de hoek. Als hij iets compleet in het absurde trekt: “Van de dode muildieren die ik zag lagen de meeste langs de bergwegen of aan de voet van de steile hellingen waar ze van afgeduwd waren om de weg van hun belemmerende aanwezigheid te ontlasten. In de bergen, waar je aan hun aanwezigheid gewend was, schenen ze niet zo erg uit de toon te vallen en zagen ze er minder strijdig uit dan later het geval was, in Smirna, waar de Grieken de benen van al hun lastdieren braken en ze over de kade het ondiepe water induwden om ze te laten verdrinken. Al die muildieren en paarden die met gebroken benen in het ondiepe water lagen te verdrinken riepen om een Goya om ze te schilderen, al kun je, letterlijk genomen, moeilijk zeggen dat ze om een Goya riepen omdat er maar één Goya geweest is en die was al lang dood, en het is hoogst twijfelachtig of deze dieren, zo ze konden roepen, geroepen zouden hebben om een geschilderde weergave van hun situatie, maar ze zouden veel waarschijnlijker, als ze woorden konden vormen, geroepen hebben om iemand die hun omstandigheden kon verlichten.” Of als hij zichzelf – ‘postmodern’ vóór dat een dingetje geworden was - op een zeker moment onderbreekt, bijvoorbeeld: “Maar, zo roept u, wat zit er toch weinig conversatie in dit boek. Waarom zit er niet meer dialoog in? Wat we in een boek van deze vent willen hebben, zijn mensen die met elkaar praten; dat is het enige dat hij kan, maar nu doet hij het niet. Die kerel is geen filosoof, geen geleerde, een incompetente zoöloog, hij drinkt te veel en kan niet met leestekens uit de voeten, en nu schrijft hij zelfs geen dialoog meer. Iemand moet daar een stokje voor steken. Hij is helemaal stieregek. Waarde heer, u hebt misschien wel gelijk. Laten we er daarom een beetje dialoog in stoppen.” Of als hij het... in een van de gefingeerde dialogen met “de oude dame”, heeft over een bepaald Italiaans restaurant bijvoorbeeld: “Het zit er stampvol met politici die staatslieden worden waar je bij staat.” Of in antwoord op de stelling van diezelfde “oude dame” dat het “wel erg gevaarlijk [moet] zijn om man te zijn”: “Dat is het zeker, mevrouw, en slechts weinigen overleven het. Het is een hard vak en aan het eind van de rit wacht het graf.” Of in de zeventig bladzijden lange Verklarende woordenlijst achteraan het boek, een woordenlijst waarin Hemingway aandacht besteed aan “bepaalde begrippen, termen en uitdrukkingen die bij het stierevechten gebruikt worden”, maar ook aan een aantal andere, en alleen al omwille van dat laatste de moeite waard is om óók doorgenomen te worden. Bijvoorbeeld wat betreft de term “aburrimiento” ofte “verveling”: “het overheersende gevoel wanneer het stieregevecht slecht is. Kan enigszins verholpen worden door een flesje koud bier. Als het bier [aan de kwaliteiten daarvan in verschillende Spaanse regio’s wijdt de auteur enige zinnen onder de term “cerveza”, noot van mij] niet erg koud is, neemt de aburrimiento toe.” Een fenomeen dat ook logisch te verbinden is met het woord “botella” in diezelfde woordenlijst: “een fles; deze worden door woestelingen, dronkelappen en overenthousiaste toeschouwers in de ring gegooid om hun misnoegen kenbaar te maken”; een fenomeen waarover hij het ook elders in het boek heeft: “[ik] wil (…) eraan toevoegen dat ik heilig geloof in het gooien met kussentjes van allerlei maten en gewichten, van stukken brood, sinaasappelen, groenten, allerlei kleine, dode dieren inclusief vissen, en indien noodzakelijk, van flessen, vooropgesteld dat ze niet naar het hoofd van de stierenvechters gegooid worden, en nu en dan het in brand steken van een arena wanneer een normaal fatsoenlijk protest geen effect gesorteerd heeft.” Trouwens, “de fles [is] een soeverein middel voor directe actie. Als je er niet mee kunt gooien, kun je er altijd nog uit drinken.”

Of datgene wat aan het einde van de uitleg over het woord “maricón” – een term die volgens Hemingway zeker van toepassing was op El Greco, waarvan hij op een zeker moment de werken naast die van de eerder genoemde Goya legt, een vergelijking die hij beëindigd met “Viva El Greco, el rey de los maricones!” - in diezelfde woordenlijst staat nog steeds geldig is in een Spanje dat de jongste jaren een serieuze inhaalbeweging gemaakt heeft inzake politieke ‘correctheid’, kan iemand die de gelegenheid heeft een slecht presterende stierenvechter aan het werk te zien (en volgens Hemingway is dat de meerderheid, los van het feit dat ook goed presterende stierenvechters vaak slechte gevechten laten zien) uiteraard zélf uitzoeken, maar ik geef u toch nog graag de uitleg mee. Het woord is een afgeleide van “marica”, wat een ekster is, maar wordt gebruikt voor “flikker, mietje, nicht, poot, ruigerik enzovoort. In Spanje heb je hen ook, maar onder de dikke veertig matadores de toros die er zijn ken ik er slechts twee. Dit is geen garantie dat de belanghebbende partijen die voortdurend proberen te bewijzen dat Leonardo da Vinci, Shakespeare en anderen homoseksueel waren, er niet meer zouden kunnen vinden. Van dat bewuste tweetal is de een een bijna pathologische vrek zonder enige moed, hoewel heel kundig en delicaat met de cape, een soort gevelarchitect van het stierevechten, en is de ander beroemd om zijn moed en zijn onhandigheid en nooit in staat geweest één peseta te sparen. In stierenvechterskringen wordt het woord gebruikt als schimpscheut of bespotting, of als belediging.”

Enfin, da’s niet de essentie van dit boek, de essentie is dat u er werkelijk – voor zover ik dat kan beoordelen – alles in te weten komt dat over stierevechten te weten valt, zelfs al zijn de belangrijke figuren van toen al lang vervangen door andere en zijn er altijd nieuwigheden: “Ik heb in deze opsomming alle fenomenen weggelaten en niemand opgenomen die niet heeft bewezen dat hij recht heeft op een beoordeling”, schrijft Hemingway ergens. “In het stierevechten zijn er altijd nieuwe fenomenen. Tegen de tijd dat dit boek uitkomt zullen er nog nieuwere zijn. Begoten door de publiciteit spruiten ze elk seizoen op, dank zij een goede middag in Madrid met een stier die vriendelijk voor hen was; maar de trompetwinde is een bloemenmonument van eeuwige duurzaamheid vergeleken bij deze één-triomfvechters. Over vijf jaar, met alleen af en toe iets te eten maar met hun enige goede pak altijd keurig netjes zodat ze dat naar het café kunnen aantrekken, kun je hen horen vertellen dat ze tijdens hun presentatie in Madrid beter waren dan Belmonte. Misschien is het nog waar ook. ‘En? Hoe ging het de laatste keer?’ vraag je. ‘Ik had een beetje pech bij het doden,’ zegt dan het ex-fenomeen. ‘Alleen een beetje pech.’ En jij zegt: ‘Wat jammer nou. Maar ja, je kunt niet altijd geluk hebben bij het doden,’ en voor je geestesoog zie je het fenomeen, zwetend, spierwit en ziek van angst, niet in staat naar de hoorns te kijken of er dichtbij te komen, een paar degens op de grond, capes overal om hem heen, schuin op de stier afrennend terwijl hij hoopt dat zijn degen een vitale plek zal treffen, kussentjes die de ring in zeilen en de ossen die klaar staan om binnen te komen. ‘Alleen een beetje pech bij het doden.’ Dat was twee jaar geleden en sindsdien heeft hij niet meer gevochten, behalve ‘s nachts in bed wanneer hij nat van transpiratie en angst wakker wordt, en hij zal niet meer vechten tenzij honger hem ertoe drijft en dan zal hij, omdat iedereen weet dat hij een waardeloze lafaard is, stieren moeten accepteren die niemand anders wil hebben en als hij zich voldoende vermand heeft om iets te doen wordt hij, omdat hij al lang niet meer getraind heeft, misschien door de stieren gedood. Of in het andere geval heeft hij weer ‘een beetje pech bij het doden’. Er zijn zevenhonderdzestig-en-nog-wat mislukte stierenvechters die in Spanje nog steeds hun vak proberen uit te oefenen; de vakkundigen hebben geen succes omdat ze bang zijn en de dapperen omdat ze geen talent hebben. Soms, als je pech hebt, zie je hoe de dapperen gedood worden.”

“Nee, een beetje boek is dit niet geworden”, besluit Hemingway, “maar toch moesten er een paar dingen gezegd worden. Er moesten een paar praktische dingen gezegd worden.” Wat hij met glans heeft gedaan.

Björn Roose ( )
  Bjorn_Roose | Aug 5, 2023 |
This is a book that I read in an effort to understand Hemingway's mind, not his art as a novelist. t was the last step in my journey away from his work. He was obcessed with his own "Manliness", and had little real desire to see human nature as complex and compelling. this is not what I am interested in, as egotism of this depth is seldom seen since Hemingway's generation. I am glad interest in his novels seems to be fading away. The short biographies of the matadors of his day are mildly interesting, and the image he had of the Spanish cnaracter appears to be not very applicable to the latin world today. All in all, this is an interesting artifact but limited in appeal. ( )
  DinadansFriend | Jun 21, 2023 |
I would read this whenever I had some red wine or chorizo handy, hence why it took nearly a year to finish. There are some great meditations on the art of bullfighting here but as you’d expect it’s so mired in anachronistic histories and technique that it really isn’t worth the bother of reading the whole way through. Hemingway even seems to realise how tedious the work is by shoving in a contrived dialogue with an old lady and speaking about Faulkner and how to write at some points. I read this book the way you’d hate fuck an ex girlfriend, fuck you Hemingway. ( )
  theoaustin | May 19, 2023 |
Oh, I was the BIGGEST Hemingway fan in high school. He is one of the major influences of my own development as a writer. ( )
  AngelaLam | Feb 8, 2022 |
Viser 1-5 af 26 (næste | vis alle)
"Bull-fighting, one infers, became a hobby with Mr. Hemingway because of the light it throws on Spain, on human nature and on life and death . . . . Action and conversation, as the author himself suggests, are his best weapons. To the degree that he dilutes them with philosophy and exposition he weakens himself."
tilføjet af GYKM | RedigerNew York Times, R. L. Duffus (Sep 25, 1932)
 

» Tilføj andre forfattere (10 mulige)

Forfatter navnRolleHvilken slags forfatterVærk?Status
Ernest Hemingwayprimær forfatteralle udgaverberegnet
Fiore, Peter M.Omslagsfotograf/tegner/...medforfatternogle udgaverbekræftet
Horschitz-Horst, AnnemarieOversættermedforfatternogle udgaverbekræftet
Hsu, TimothyOmslagsdesignermedforfatternogle udgaverbekræftet
Du bliver nødt til at logge ind for at redigere data i Almen Viden.
For mere hjælp se Almen Viden hjælpesiden.
Kanonisk titel
Oplysninger fra den engelske Almen Viden Redigér teksten, så den bliver dansk.
Originaltitel
Alternative titler
Oprindelig udgivelsesdato
Personer/Figurer
Vigtige steder
Oplysninger fra den engelske Almen Viden Redigér teksten, så den bliver dansk.
Vigtige begivenheder
Beslægtede film
Indskrift
Tilegnelse
Oplysninger fra den engelske Almen Viden Redigér teksten, så den bliver dansk.
to Pauline
Første ord
Oplysninger fra den engelske Almen Viden Redigér teksten, så den bliver dansk.
At the first bullfight I ever went to I expected to be horrified and perhaps sickened by what I had been told would happen to the horses.
Citater
Oplysninger fra den engelske Almen Viden Redigér teksten, så den bliver dansk.
I believe, after experience and observation, that those people who identify themselves with animals, that is, the almost professional lovers of dogs, and other beasts, are capable of greater cruelty to human beings than those who do not identify themselves readily with animals.
The matador, from living every day with death, becomes very detached, the measure of his detachment of course is the measure of his imagination and always on the days of the fight and finally during the whole end of the season, there is a detached something in their minds that you can almost see. What is there is death and you cannot deal in it each day and know each day there is a chance of receiving it without having it make a very plain mark. It makes this mark on every one.
There is sometimes a long time between great ones and those that have known the former great ones rarely recognise the new ones when they come.
Sidste ord
Oplysninger fra den engelske Almen Viden Redigér teksten, så den bliver dansk.
(Klik for at vise Advarsel: Kan indeholde afsløringer.)
Oplysning om flertydighed
Forlagets redaktører
Bagsidecitater
Originalsprog
Oplysninger fra den engelske Almen Viden Redigér teksten, så den bliver dansk.
Canonical DDC/MDS
Canonical LCC

Henvisninger til dette værk andre steder.

Wikipedia på engelsk (4)

Klassiker fra 1932 om tyrefægtningens teknik og historie, og anekdoter om berømte tyrefægtere samt leksikonafsnit om tyrefægtningens udtryk.

No library descriptions found.

Beskrivelse af bogen
Haiku-resume

Efterladte bibliotek: Ernest Hemingway

Ernest Hemingway har et Efterladt bibliotek. Efterladte Biblioteker er de personlige biblioteker fra berømte læsere, registreret af medlemmer fra gruppen Legacy Libraries som er det engelske udtryk for Efterladte Biblioteker.

Se Ernest Hemingway's efterladte profil.

Se Ernest Hemingways forfatterside.

Current Discussions

Ingen

Populære omslag

Quick Links

Vurdering

Gennemsnit: (3.55)
0.5 1
1 11
1.5 2
2 19
2.5 6
3 81
3.5 20
4 100
4.5 9
5 44

 

Om | Kontakt | LibraryThing.com | Brugerbetingelser/Håndtering af brugeroplysninger | Hjælp/FAQs | Blog | Butik | APIs | TinyCat | Efterladte biblioteker | Tidlige Anmeldere | Almen Viden | 203,190,101 bøger! | Topbjælke: Altid synlig