HjemGrupperSnakMereZeitgeist
Søg På Websted
På dette site bruger vi cookies til at levere vores ydelser, forbedre performance, til analyseformål, og (hvis brugeren ikke er logget ind) til reklamer. Ved at bruge LibraryThing anerkender du at have læst og forstået vores vilkår og betingelser inklusive vores politik for håndtering af brugeroplysninger. Din brug af dette site og dets ydelser er underlagt disse vilkår og betingelser.

Resultater fra Google Bøger

Klik på en miniature for at gå til Google Books

Indlæser...

The Setting Sun

af Osamu Dazai

MedlemmerAnmeldelserPopularitetGennemsnitlig vurderingOmtaler
9291222,694 (3.77)27
Set in the early postwar years, it probes the destructive effects of war and the transition from a feudal Japan to an industrial society. Ozamu Dazai died, a suicide, in 1948. But the influence of his book has made "people of the setting sun" a permanent part of the Japanese language, and his heroine, Kazuko, a young aristocrat who deliberately abandons her class, a symbol of the anomie which pervades so much of the modern world.… (mere)
  1. 00
    Embracing Defeat: Japan in the Wake of World War II af John W. Dower (roulette.russe)
    roulette.russe: Embracing Defeat is a great book about the change of mentalities that took place in postwar Japan.
Indlæser...

Bliv medlem af LibraryThing for at finde ud af, om du vil kunne lide denne bog.

Der er ingen diskussionstråde på Snak om denne bog.

» Se også 27 omtaler

Engelsk (6)  Hollandsk (2)  Spansk (2)  Italiensk (1)  Fransk (1)  Alle sprog (12)
Viser 1-5 af 12 (næste | vis alle)
Laat ons wel wezen, dit is een van de grappigste samenvattingen van een leven die je ooit op Wikipedia zal lezen: “Osamu Dazai (Japans: 太宰治, Dazai Osamu) (Goshogawara, 19 juni 1909-Tokio, 13 juni 1948) is een van de bekendste Japanse fictieschrijvers van de twintigste eeuw. Hij staat bekend om zijn ironie, zijn briljante fantasie en zijn zelfmoordpogingen.” Niet grappig omwille van dat van die “fictieschrijvers”, natuurlijk, of dat van die “ironie”, of dat van die “briljante fantasie”, maar omwille van – uiteraard – “zijn zelfmoordpogingen”. Het lijkt er enigszins op dat de ironie van Dazai doorgedrongen is tot bij de auteur van het Wikipedia-lemma en hem er toe aangezet heeft hier een aantal gegevens samen te trekken die je, tenzij je het komische effect dat er uit volgt nastreeft, eigenlijk niet zou mogen samentrekken.

Maar het klopt wel, dat van die zelfmoordpogingen. Osamu Dazai ondernam, daartoe mogelijk geïnspireerd door de geslaagde zelfmoord van zijn idool Akutagawa Ryunosuke (de ‘vader’ van het Japanse kortverhaal die ook aan z’n eigen verhaal een einde breide op z’n vijfendertigste), nog voor het einde van zijn studies zijn eerste zelfmoordpoging, maar niet zijn laatste. Nadat hij weggelopen was van thuis en vervolgens onterfd, probeerde hij het nóg een keer: het dienstertje van negentien waarmee hij samen slaappillen nam om daarna in zee te springen, stierf, maar hij werd gered. Op zijn zesentwintigste was hij, vond hij, aan het schrijven van zijn laatste boek toe (niét dus), en hing zich na gedane arbeid op. Commentaar op Wikipedia: “(…) hij faalde voor de derde keer”. Een verstandig mens zou dan tot de conclusie kunnen komen dat hij dat zelfmoord plegen beter aan professionals zou overlaten, maar zo verstandig was Dazai niet: tijdens een behandeling tegen acute appendicitis (ook self-inflicted wellicht, maar dan niet bewust) werd hij verslaafd aan een op morfine gebaseerde pijnstiller, werd naar een ontwenningskliniek gestuurd, en probeerde vervolgens, dit keer samen met zijn toenmalige vrouw, inderdaad, zelfmoord te plegen. Wéér met slaappillen en weer mislukt. Enig resultaat: toen de echtgenoten wakker werden, gingen ze van mekaar scheiden. Vervolgens had hij de enorme pech niet te mogen ‘deelnemen’ aan de Tweede Wereldoorlog: het feit dat hij tuberculose had, maakte hem ongeschikt voor militaire dienst en zich ‘banzai’ roepend tegen een Amerikaans oorlogsschip te pletter vliegen. En bovendien kwam hij uiteindelijk mogelijk… niét aan zijn einde door zelfmoord te plegen. Officieel deed hij dat op 13 juni 1948 wel degelijk door zich samen met Yamazaki Tomie, een vrouw waarvoor hij zijn volgende echtgenote en zijn drie kinderen verliet, in het Tamagawa-kanaal te verdrinken, maar onderzoekers kwamen om een of andere reden tot de conclusie dat hij op het laatste moment géén zelfmoord wou plegen, vervolgens vermoord werd en in het kanaal gedumpt door zijn minnares, die hem ten slotte achterna sprong.

Wat er ook van zij, u zal begrijpen dat voorliggend boek, De ondergaande zon, geen vrolijk verhaal te bieden heeft. Mensen die om de haverklap zelfmoord proberen te plegen, zijn nu eenmaal geen lolbroeken en hun semi-autobiografische boeken hebben dan ook doorgaans minder leutigs te bieden dan een belastingaanslag. En toch is het oorspronkelijk in 1947 gepubliceerde De ondergaande zon (in het Japans Shayo), dat zeker buiten Japan te boek staat als zijn bekendste werk (al ondervindt het daarbij enige concurrentie van het oorspronkelijk in 1948 gepubliceerde Ningen Shikkaku, dat nog eind vorig jaar bij Pelckmans verscheen onder de Nederlandse titel Als mens mislukt) enigszins anders. Het jarenlang als communistisch propagandist actief zijnde achtste overlevende kind van een welvarende landeigenaar en politicus, dat om exact die reden beurtelings uitgespuwd werd door de familie en weer aangehaald (met een uitkering onder voorwaarde met die activiteiten op te houden, voorwaarde die hij ook aanvaardde en regelmatig weer schond), beschrijft hierin namelijk de onafwendbare ondergang van een Japans aristocratisch gezin, maar dan niet als gevolg van enige communistische tussenkomst. Of toch niet als gevolg van een bewúste communistische tussenkomst. De verloren zoon, die uiteindelijk weer thuiskomt, is namelijk wel communist (of hij leest toch communistische literatuur, genre Inleiding tot de Economie van Rosa Luxemburg – wellicht wordt Einführung in die Nationalökonomie bedoeld - of Die Soziale Revolution van Karl Kautsky), maar in de eerste plaats toch vooral leegganger, alcoholist, drugsverslaafde, hoerenloper, verbrasser van het familiefortuin, falend schrijver, onverantwoordelijk man en daarmee álles wat de traditie om zeep kan helpen en dat ook doet. En toch weer niet, want eigenlijk gaat die traditie kapot aan zichzelf: áls het vrouwelijke hoofdpersonage, Kazuko (overigens gemodelleerd naar schrijfster en dichtster Shizuko Ota, een minnares van de destijds getrouwde Dazai, op wiens dagboek De ondergaande zon geïnspireerd is) en haar moeder bereid zouden zijn om ten dele met die traditie te breken, op te houden zich te gedragen als poppen in de handen van oom Wada (die voor de twee zorgt in afwezigheid van de verloren zoon) en vervolgens in die van Naoji (die verloren zoon), dan zouden ze een en ander kunnen redden. Wat ook precies de boodschap is die Dazai meegeeft op het einde van zijn boek (en een voornemen dat hij Kazuko laat maken zo ongeveer halverwege het boek), al is de moeder dan al dood, de verloren zoon eveneens (door zelfmoord uiteraard), en Kazuko zwanger van een man waarmee ze niet getrouwd is. Niks communistisch voor de duidelijkheid en ook niet iets waar een conservatief absoluut niet mee kan leven (“to change in order to conserve”, om het met Edmund Burke te zeggen), maar wel een uiteindelijke keuze voor een bestaan als individu, in plaats van als willoos deel van het geheel.

Ik vat het maar even kort voor u samen, maar zeg er meteen bij dat wat ik van de stijl kan zeggen volkomen bepaald is door Tineke Steegers-Groeneveld, die verantwoordelijk tekende voor de Nederlandse vertaling die in 1990, in een mooie uitgave overigens, bij Uitgeverij de Geus verscheen (en – dat communisme zit er nog altijd in – in belgië verdeeld werd door EPO, ofte Éducation Prolétarienne / Proletariese Opvoeding zoals de uitgeverij zich vroeger nog wel eens voluit durfde te noemen). Jeroen Brouwers, intussen ook al een jaar of twee dood, wordt geciteerd op de achterflap als gezegd hebbend dat er “bij Dazai geen bij poëtisch maanlicht in de goudkarpervijver neerdwarrelende kersebloesemblaadjes en andere eeuwenlang voorgekauwde Japanse klompendansfolklore” te vinden zijn, maar wel “echte mensen in hun geluk en sores van alledag, - die mensen woonden toevallig in Japan, maar konden ook in het New York van Henri Miller wonen, of in het Parijs van Jean Genet, of in het Aalst van Louis Paul Boon”, maar da’s een citaat uit het Nieuw Wereld Tijdschrift nummer 2 van 1987 (en niet 1977, zoals aangegeven onder dat citaat), dus het zegt niks over de accuraatheid van Steegers-Groenevelds vertaling (waarvan me overigens niet duidelijk is of die uit het Engels gebeurd is dan wel rechtstreeks uit het Japans). Desalniettemin kan ik vertellen dat de stijl voor mij (weet ik veel) wél Japans aandoet, al zijn er inderdaad geen karpervijvers, kersebloesemblaadjes of “klompendansfolklore” in aan te treffen. Een paragraaf als de volgende kan ik me eenvoudig niet inbeelden in het genoemde New York, Parijs of Aalst: “Ik greep moeders kleine hand en begon te snikken. Wat was moeder zielig, nee, wat waren we beiden zielig. Ik kon niet meer ophouden met huilen. Onder het huilen wenste ik ter plaatse te sterven, samen met moeder. We hoefden niets meer. Ik vond dat ons leven was afgelopen toen we het huis in de Nishikatastraat verlieten.” Wat overigens ook geldt of tot voor de corona-psychose toch gold voor volgende paragraaf in wat voor land buiten Japan ook: “Moeder droeg sinds kort een gaasmasker voor haar mond. Misschien daarom was ze de laatste tijd opvallend zwijgzaam. Ze droeg het masker in opdracht van Naoji.”

Over het genoemde communisme, trouwens, heeft de zelfmoordenaar, Naoji, daarmee ongetwijfeld de stem van de auteur vertolkend, het in zijn afscheidsbrief aan zijn zus: “Mensen zijn allemaal gelijk. Zou dit een ideologie zijn? De persoon die deze eigenaardige zin heeft uitgevonden beschouw ik niet als theoloog, filosoof of artiest. Het zijn woorden die zijn opgeborreld uit de café’s van het volk. Iemand heeft het eens gezegd zonder er bij stil te staan. Het borrelde stilletjes naar buiten, als te voorschijn kruipende maden, overdekte de hele wereld en maakte die tot een onaangename plek. Deze eigenaardige woorden hebben geen enkele relatie tot democratie of marxisme. Het zijn vast woorden die een lelijke man in een bar een knappe vent toebeet. Het was louter irritatie. Jaloezie. Geen ideologie of wat dan ook. Maar die woedende schreeuw van jaloezie in een kroeg nam vreemd-ideologische trekjes aan en werd het paradepaardje van het gewone volk. Hoewel de uitdrukking geen enkele relatie leek te hebben met democratie of marxisme, slingerde hij zich binnen de kortste keren rond politieke en economische idealen en maakte daar op een eigenaardige manier een vulgaire toestand van. Mephisto zelf zou waarschijnlijk nog geaarzeld hebben voor zijn geweten over de truc deze absurde bewering in de plaats te stellen van een ideologie. Mensen zijn allemaal gelijk. Wat is dat voor een nederige opmerking? Woorden zonder enige trots, die de mens verachten en tegelijkertijd zichzelf omlaag halen, die ons van elke inspanning willen laten afzien. Het marxisme legt de nadruk op de superioriteit van de arbeiders. Het zegt niet dat ze hetzelfde zijn. Democratie benadrukt de waardigheid van het individu. Het zegt niet dat men allemaal gelijk is. Alleen een pummel zal dat beweren: ‘Hi hi hi, hoe je je ook voordoet, we zijn toch allemaal dezelfde mensen?’ Waarom zegt hij: ‘hetzelfde?’ Waarom kan hij niet zeggen: ‘superieur?’ De wraak van een slavenmentaliteit. Dit gezegde is eigenlijk obsceen en absurd. De zogenaamde “onvrede van deze eeuw”, dat mensen bang zijn voor elkaar, dat bepaalde principes worden geschonden, inspanningen worden bespot, geluk wordt ontkend, schoonheid wordt bezoedeld en eer besmeurd, spruit voort uit deze eigenaardige uitdrukking, vind ik.”

Waarbij ik dan weer vind dat dat een goed citaat is om deze boekbespreking mee af te sluiten. Het is niet tekenend voor het hele boek, maar in haar bevestiging van de unieke waarde van het individu net weer wel.

Björn Roose ( )
  Bjorn_Roose | Apr 12, 2024 |
Not my cup of tea at ALL but very well-written and moving. About the decay (I choose that specifically in lieu of “decline”) of the “aristocracy” in post-WWII Japan, told through the lens of a single family, focusing on a sister and daughter and her relationship to her brother and her mother. A bit too…symbolic…for me (not sure that’s the word) and not the kind of book I usually enjoy but this was too good to ignore. I have another of his and will definitely read it now, but it will take me a little time to work up to it. ( )
  Gypsy_Boy | Aug 26, 2023 |
It's astounding how huge the gaps are in my knowledge of literature. I've read almost NO Japanese bks & NONE from Africa. I did read this but I don't remember jack-shit about it. I guess I'm just going to have to live another 54 yrs to fill in the gaps. Then I'll have to live another 54 yrs to read bks about sports & car mechanics. ( )
  tENTATIVELY | Apr 3, 2022 |
In this short book, I was able to feel, albeit from a far distance, the weight and anxiety that the demise of the Japanese empire had on its people at the time. ( )
  pepperabuji | Jun 18, 2020 |
Bebo para morir, pues vivir me resulta demasiado triste. La soledad, la melancolía, las estrecheces....la tristeza me abruma..... ( )
  pedrolopez | Mar 2, 2018 |
Viser 1-5 af 12 (næste | vis alle)
ingen anmeldelser | tilføj en anmeldelse
Du bliver nødt til at logge ind for at redigere data i Almen Viden.
For mere hjælp se Almen Viden hjælpesiden.
Kanonisk titel
Oplysninger fra den engelske Almen Viden Redigér teksten, så den bliver dansk.
Originaltitel
Alternative titler
Oplysninger fra den engelske Almen Viden Redigér teksten, så den bliver dansk.
Oprindelig udgivelsesdato
Personer/Figurer
Vigtige steder
Vigtige begivenheder
Beslægtede film
Indskrift
Tilegnelse
Første ord
Oplysninger fra den engelske Almen Viden Redigér teksten, så den bliver dansk.
Mother uttered a faint cry.
Citater
Sidste ord
Oplysning om flertydighed
Forlagets redaktører
Bagsidecitater
Originalsprog
Oplysninger fra den engelske Almen Viden Redigér teksten, så den bliver dansk.
Canonical DDC/MDS
Canonical LCC

Henvisninger til dette værk andre steder.

Wikipedia på engelsk

Ingen

Set in the early postwar years, it probes the destructive effects of war and the transition from a feudal Japan to an industrial society. Ozamu Dazai died, a suicide, in 1948. But the influence of his book has made "people of the setting sun" a permanent part of the Japanese language, and his heroine, Kazuko, a young aristocrat who deliberately abandons her class, a symbol of the anomie which pervades so much of the modern world.

No library descriptions found.

Beskrivelse af bogen
Haiku-resume

Current Discussions

Ingen

Populære omslag

Quick Links

Vurdering

Gennemsnit: (3.77)
0.5
1 2
1.5
2 4
2.5 1
3 48
3.5 15
4 54
4.5 6
5 31

Er det dig?

Bliv LibraryThing-forfatter.

 

Om | Kontakt | LibraryThing.com | Brugerbetingelser/Håndtering af brugeroplysninger | Hjælp/FAQs | Blog | Butik | APIs | TinyCat | Efterladte biblioteker | Tidlige Anmeldere | Almen Viden | 204,230,056 bøger! | Topbjælke: Altid synlig